KERSTPREEK VAN AUGUSTINUS,

Kerstpreek van Augustinus,
kerkleraar, Bisschop. 5de eeuw.

De geboorte van een mens: zie het huilen!
Wat een verheffing van de mens en wat voor vernedering van God ging daaraan vooraf! Vernedering die eraan vooraf- ging? Wij waren sterfelijk, wij voelden de last van de zonden, wij droegen onze straf. Elke mens begint bij de geboorte met ellende. Daar hoeft u geen ziener voor te zijn. Kijk maar eens naar de geboorte van een kind en zie het huilen.

Als die vernedering van God op aarde groot was, dan rijst de vraag: wat voor verheffing heeft zo onverwacht plaatsgevonden? De waarheid wast op uit de aarde.

De waarheid, Christus, heeft alles geschapen en is geschapen te midden van al het andere. Hij maakte de dag en kwam in de dag. Hij was er vóór de tijden en betrad de tijden. Christus, de Heer, is zonder begin eeuwig bij de Vader. En toch moet u naar de betekenis van de dag van vandaag zoeken. Het is een geboortedag. Van wie? Van de Heer. Heeft Hij dan een geboortedag? Ja, die heeft Hij. Het Woord in het begin, God bij God, heeft een geboortedag? Ja! Als Hij geen menselijke geboorte zou hebben, dan zou het buiten ons bereik liggen in God herboren te worden. Hij is geboren opdat wij opnieuw geboren zouden worden. (…)

Laat daarom Christus’ barmhartigheid in onze harten gestalte krijgen. Zijn moeder droeg Hem in haar schoot, laten wij Hem in ons hart dragen. De maagd is door de vleeswording van Christus bevrucht, laten onze harten bevrucht worden door het geloof in Christus. Zij bracht de Verlosser voort, wij moeten lof voortbrengen. Laten we niet onvruchtbaar zijn, laten onze zielen vrucht dragen voor God.
(Sermo 189,3)