Pastoraal woord

Pastoraal woord

De week rond Allerheiligen en Allerzielen is meestal een geladen week. Velen bezoeken in die week de begraafplaats waar hun dierbare begraven ligt, waar de urn bewaard wordt of het strooiveld waar de as uitgestrooid is. Op verschillende plaatsen waren de begraafplaatsen ‘s avonds extra verlicht op 2 november , en werden er speciale herdenkingen gehouden met teksten, muziek en symbolen.

Op Allerzielen lazen we het evangelie Joh 11, 17-27. We hoorden daarin dat vele Joden naar Marta en Maria waren gekomen om hen te troosten over het verlies van hun broer. Ook nu doet het ons goed als we na het overlijden van een dierbare steun ontvangen van familieleden en vrienden in de vorm van een bezoek, een kaartje of anderszins. Tegelijk lezen we in datzelfde evangelie dat Jezus zegt tegen Marta: “Ik ben de verrijzenis en het leven. Wie in Mij gelooft zal leven, ook al is hij gestorven”. Dat is een andere vorm van troost die het geloof ons kan bieden. Het geloof geeft ons de hoop dat onze geliefde familieleden of vrienden overgegaan zijn naar een andere vorm van leven die alle begrip te boven gaat. Dit geloof neemt het verdriet niet direct weg maar geeft wel uitzicht. Mogen we beide vormen van troost voelen in ons leven als we afscheid moeten nemen van dierbaren.

pastoor Hans de Kort